25 juli 1912

25 juli 1912

Op 24 juli 1912 reisde de 31 jarige schrijfster Friderike von Winternitz met haar twee dochtertjes van haar zomeradres in Nieder-Österreich terug naar Wenen. Zij at die avond in het bekende Gasthaus Riedhof en zat toevallig aan het tafeltje naast dat van Stefan Zweig. Prompt schreef zij hem een (anonieme) brief:

“[…] Ik heb u een paar jaar gelden, op een zomeravond, bij Gasthof Stelzer gezien. Iemand zei “dat is Stefan Zweig”. Ik had net een novelle van u gelezen en een sonnet waarvan de klank mij bijbleef. Het was een mooie avond. U zat er, denk ik, met vrienden en het was (of scheen) een geanimeerd gezelschap. En gisteravond zat u bij Riedhof naast mij, een kennis gaf mij de “Hymnen an das Leben”. Het leek mij niet verkeerd u een groet te sturen.[…] Ik geloof dat u beter niemand iets over deze domme brief moet vertellen. Ik schrijf ook niet om antwoord van u te krijgen, ofschoon ik u graag schreef. Als u er ooit zin in zou hebben, schrijft u dan naar Maria von W., post restante Rosenburg am Kamp.
Hartelijke groet!”

Comments are closed.