Nieuwe belangstelling voor Stefan Zweig

NYT

Door Larry Rohter
In de New York Times van 13 juni 2014

In de decennia tussen de beide wereldoorlogen werd  geen schrijver vaker vertaald en gelezen dan de Oostenrijkse romancier Stefan Zweig, en in de jaren daarna zijn er weinigen die sneller in de vergetelheid raakten, in ieder geval in de Engelssprekende wereld. Maar nu schijnt Zweig, de buitengewoon productieve verhalenverteller en de belichaming van het vergane Europa, weer terug te zijn, en wel op een indrukwekkende manier. Voortdurend verschijnen nieuwe uitgaven van zijn werk, inclusief zijn verzamelde vertellingen, waaronder enkele voor het eerst in het Engels.

Door zijn werk geïnspireerde films worden vertoond; een nieuwe selectie van zijn brieven is in voorbereiding; er zijn plannen om zijn talrijke biografieën en essays opnieuw uit te geven;  bovendien geeft zijn gecompliceerde leven stof voor nieuwe biografieën evenals voor een Franse bestseller.

“Toen ik zeven jaar geleden mijn schrijversvriendenkring vertelde waarmee ik mij ging bezig houden, oogstte ik slechts zwijgen en hoofdschudden”, vertelt George Prochnik, de auteur van The Impossible Exile, een biografische studie van Zweigs laatste levensjaren, die zojuist bij Other Press is verschenen.  “Maar nu is Zweig plotseling weer een boeiend onderwerp geworden”.

Hij werd in 1881 in Wenen geboren in een welgesteld joods gezin en groeide op in omstandigheden die hij later als “het gouden tijdperk van zekerheid” zou kenmerken. Succes en waardering kreeg hij al snel en zij zouden hem zijn leven lang begeleiden. Maar de opkomst van het nationaal socialisme dwong hem in een pijnlijke en ondermijnende ballingschap, eerst in Groot-Brittannië, dan in de Verenigde Staten en tenslotte in Brazilië, waar hij samen met zijn vrouw Lotte in Februari 1942 zelfmoord pleegde.

De redenen van de plotseling hernieuwde belangstelling voor Zweig zijn niet zo direct aan te wijzen en om die reden zijn er in literaire kring allerlei speculaties.  Zweig was in meerdere opzichten een ouderwetse schrijver: zijn verhalend werk richt zich met name op handelingen, vergezeld van talrijke verwijzingen naar komende, vaak melodramatische gebeurtenissen, die op bloemrijke wijze worden verteld.

Maar deze sjabloonachtige structuur en verhaaltrant bieden tegelijkertijd zicht op karakters, emoties en motieven, hetgeen voor die tijd ongewoon was, zelfs zo baanbrekend dat het in onze tijd nog invloed heeft. Het is dan ook niet verrassend dat Zweig en Sigmund Freud bevriend waren en elkaar bewonderden – Zweig hield zelfs een grafrede bij Freuds overlijden – , want steeds draait het in zijn werk om de werking van de menselijke geest.

Tijdens een bijeenkomst in de boekhandel McNally Jackson in Soho praatten de schrijvers André Aciman, Katie Kitamura en Anka Muhlstein samen met Mr. Prochnik over de vraag wat Zweig voor de moderne lezer zo interessant en aantrekkelijk maakt. Zij waren het er allemaal snel over eens dat het vooral zijn scherpe blik is.

“Die man is een ongewoon briljante psycholoog” was Aciman van mening en hij plaatste Zweig aan het hoofd van een groep schrijvers, die “vooral uitblinken door hun vaardigheid de diepere beweegredenen van het menselijk handelen te begrijpen”.  Kitamura merkte op dat Zweig zich in het bijzonder bewijst “als een meester in de beschrijving van het vrouwelijk karakter” met de bijbehorende verlangens en teleurstellingen.

Er lijkt echter ook een element van nostalgie een rol te spelen in de opvlammende belangstelling voor Zweig, met name in de samenhang met de herdenking van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog honderd jaar geleden. Zijn in 1942 uitgegeven en afgelopen jaar als pocket herdrukte herinneringen kreeg de titel Die Welt Von Gestern mee en enige van zijn bekendste werken spelen zich af in een elegante, lang verloren gegane wereld van ocaanreuzen, kuroorden in de Alpen of een aan de grens van het Habsburgse Rijk gestationeerd cavallerieregiment, zoals Wes Anderson in zijn recente film The Grand Budapest weer deed herleven.

“Ik geloof dat het deels ook te maken heeft met een toenemende algemene belangstelling voor de catastrofen  in de twintigste eeuw en met een poging deze werkelijk te willen begrijpen” meent Edwin Frank, de hoofdredacteur van New York Review Book Classics, in wiens bestand in de afgelopen jaren zowel Zweigs roman Ungeduld des Herzens als vier novelles zijn verschenen. “Zweig was zowel kroniekschrijver van deze wereld als slachtoffer van de catastrofen; dat maakt hem tot een fascinerend figuur”.

Iets van de huidige belangstelling heeft ook te maken met de film van Wes Anderson. Hij ziet het werk van Zweig duidelijk als zijn inspiratiebron en in zijn film verbeeldt de hoofdrolspeler, gespeeld door Ralph Fiennes, die zowaar lijkt op Zweig, enkele problemen waar de schrijver inderdaad tegen aan liep, zoals het verschijnen van landsgrenzen, paspoorten en andere hindernissen die zijn mobiliteit en vrijheid belemmerden.

“Er was wel al belangstelling, maar het is geweldig toegenomen”, sinds de vertoning van Andersons film bij de opening van de Berliner Filmfestspiele in februari, zegt Adam Freudenheim, directeur van Pushkin Press, bij wie een groot aantal boeken van Zweig is uitgegeven. “Dat heeft niet alleen met de film te maken. Het speelt ook een grote rol dat mensen via sociale media enorm veel over Zweig horen en over hem praten. Dat was zes maanden geleden nog niet het geval, en het heeft veel invloed op onze verkoopcijfers”.

In “The Society of the Crossed Keys”, een begeleidend boek bij zijn film, dat in Groot Britannië verkrijgbaar is, maar momenteel nog niet in de VS, heeft Anderson enkele van zijn lievelingspassages uit het werk van Zweig opgenomen en in gesprek met Prochnik uitgelegd wat hem daarin zo aanspreekt. Zweig gaf ons “een inkijk in een wereld die de meesten van ons niet kennen, en het is geweldig om dit te ontdekken”.

De licht verteerbare stijl van schrijven van Zweig en zijn voorliefde voor korter werk maakt hem al tijdens zijn leven tot een schrijver wiens werk vaak als model voor een film diende. Er zijn meer dan zeventig films die uit zijn verhalen voortkwamen. Brief einer Unbekannten, een aangrijpend verhaal over een obsessie, wat tegenwoordig als “stalking” wordt aangeduid, is viermaal verfilmd en ook als opera bewerkt.

Nog voor de film van Anderson leek de geschiedenis zich al te willen herhalen: ” Ein Versprechen”, een bewerking van “Reise in die Vergangenheit” (ook: Widerstand der Wirklichkeit) werd door de filmer Patrice Leconte vorige maand uitgebracht en een andere Franse regisseur, Bernard Attal, draaide in het huidige Brazilië Die Unsichtbare Sammlung naar het gelijknamige verhaal van Zweig.

Op het Europese continent, waar Zweig nooit in de mate als in de Engelstalige wereld verdwenen was, zijn ook signalen van hernieuwde belangstelling. “Die letzten Tage” een roman van Laurent Seksik, vertelt in het frans over de laatste zes maanden; het werd onlangs in de VS bij Pushkin Press uitgegeven en een bestseller. Tenslotte werd Volker Weidemanns “Oostende 1936, Sommer der Freundschaft” een studie van de relatie tussen Zweig en zijn collega, de Oostenrijkse romancier Joseph Roth, in het Duits uitgegeven en ontving uitgesproken positieve recensies.

Niet iedereen is overigens enthousiast over Zweig. In het Review of Books van 2010 beschrijft de dichter, vertaler  Michael Hofmann en criticus zijn werk als miserabel en diskwalificeert hem als de Pepsi onder de Oostenrijkse schrijvers. Maar ook deze aanval droeg uiteindelijk bij aan de zichtbaarheid van Zweig.

Bovendien dragen ook Anthea Bells fonkelende  nieuwe vertalingen bij aan de groeiende waardering van Zweig.  Mrs. Bell die hiervoor Asterix stripverhalen en de sprookjes van Hans Christiaan Andersen heeft vertaald, wordt om haar verfrissende, eigentijdse toon van haar vertalingen breed gewaardeerd.

De Braziliaanse schrijver Alberto Dines, die als kind Zweig heeft gekend en schrijver van de biografie “Tod im Paradis” is, wijst erop dat deze herleving van de interesse voor Zweig niet de eerste is.  Zowel na de Tweede Wereldoorlog naar aanleiding van de postume  uitgave van zijn late werk, als opnieuw rond 1981 bij zijn honderdste geboortedag waren er opflikkeringen te zien.

De huidige belangstelling , die Dines als een Zweigmanie bestempelt, verschilt volgens hem echter met de vorige, omdat de huidige het gevaar in zich draagt van een mythologisering die Zweig maakt tot een figuur uit zijn eigen vertellingen, waarin fictie en werkelijkheid met elkaar worden vermengd.

Het zou het beste zijn, gaat hij verder, Zweig als een pleitbezorger van pacifisme, tolerantie en verbondenheid te zien, die  uiteindelijk het slachtoffer is geworden van duister denken en obscure mensen. “Iedere generatie heeft zijn eigen Zweig” meent hij, “en deze is de onze, het resultaat van onduidelijk verlangen en nostalgie”.

Overgenomen uit Zweigheft 12
Stefan Zweig Centre Salzburg
Vertaling Dirk Jansen

Comments are closed.